Ruimtelijke + Culturele opgave
Rookpluim aan de horizon
Het huidige energielandschap kunnen we opvatten als een soort illusielandschap, waarin we zelden of nooit geconfronteerd worden met de gevolgen van ons energieverbruik; de energievoorziening is discreet weggewerkt en slechts sporadisch zichtbaar als een rookpluim aan de horizon, waar een centrale staat die wordt gestookt met vanuit de onzichtbare ondergrond gedolven kolen. Slechts de ijle lijnen van de hoogspanningsleidingen verstoren de discretie enigszins.
Zichtbaar landschap
De energietransitie doorbreekt deze illusie. Ze brengt op grote schaal energiebronnen en energie-installaties bovengronds. De zonnepanelen en windturbines komen in het zicht te staan. De energievoorziening wordt in de eigen dagelijkse leefomgeving zichtbaar, hoorbaar en voelbaar. Hier ontstaat spanning; de ruimte die de aarde biedt, is door de mens omgevormd tot een gebruiksstructuur, een compositie van belangen en een juridisch stelsel. De ruimte is bovendien geladen met waarden, betekenissen, symbolen, herinneringen en emoties. Het landschap zit hierdoor boordevol formele en informele aanspraken, die niet zonder slag of stoot wijken voor grote nieuwe toevoegingen.
Plaats maken voor de energietransitie betekent ook niet dat andere functies (zoals voedselproductie en natuur) uit het landschap zouden moeten verdwijnen. Het gaat er meer om de nieuwe energielaag zo goed mogelijk met de bestaande functies in het landschap te verweven. Het is daarbij van belang om te weten in hoeverre het landschap en de huidige functies uit zichzelf al in beweging zijn, of zouden moeten komen. Juist door ruimtelijke ontwikkelingen uit verschillende sectoren met elkaar te verenigen kunnen we ook nieuwe aanspraken op het landschap een plek geven. De in ontwikkeling zijnde Omgevingswet is wat dit betreft een grote kans om de energietransitie in de ruimtelijke ordening te integreren.