Waterzekerheid + Klimaatverandering

Toekomstbestendige Heuvelrug, Gooi en Vechtstreek

Met de grote uitdagingen van deze tijd staan we aan de vooravond van een nieuwe transitieperiode, zoals die zich in de geschiedenis vaker heeft voorgedaan. Er is niet één, allesomvattende oplossing om te komen tot een Toekomstbestendige Heuvelrug Gooi en Vechtstreek. Wel komt er uit ontwerpend onderzoek een duidelijke koers naar voren: het gebied minder afhankelijk maken van het hoofdwatersysteem – het vergroten van de beschikbaarheid van water afkomstig uit de eigen regio – en het beter afstemmen van de inrichting en de functies in het gebied op de natuurlijke eigenschappen van het bodem- en watersysteem.

Aanleiding

Door de combinatie van landschappelijke aanpassingen vanuit het ‘maakbaarheidsdenken’, klimaatverandering, bodemdaling en verstedelijking zijn de grenzen van de draagkracht van het water- en bodemsysteem in het gebied bereikt. Het landgebruik en de bijbehorende inrichting volgen vaak niet de opbouw van de ondergrond en het natuurlijke watersysteem. Als gevolg manifesteren zich grote problemen op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit die effect hebben op natuur, landbouw, stedelijke functies en drinkwatervoorziening. H+N+S Landschapsarchitecten en HydroLogic zijn gevraagd om voor de Heuvelrug Gooi en Vechtstreek inzicht te genereren in het huidige water- en bodemsysteem en de wisselwerking met inrichting en functies en een handelingsperspectief op te stellen voor een bestendige toekomst.

Schematisch dwarsprofiel met stroombanen vanuit het Gooi naar Vechtplassengebied voor de situatie van 800 n. Chr. en de huidige situatie. Gebaseerd op Van Loon et al., 2009 en inzichten uit grondwaterstudies.
Problemen aanpakken bij de bron, met systeemgerichte oplossingen

Visie

Op basis van het onderzoek zijn 5 hoofduitgangspunten geformuleerd die de koers wijzen naar een toekomstbestendig landschap:

  1. Een systeemaanpak voor meer zelfvoorziening en kwelherstel;
  2. Water- en bodemsysteem aan de basis van een duurzame wisselwerking met gebruiksfuncties;
  3. Technische maatregelen ter ondersteuning van het water- en bodemsysteem;
  4. Inzetten op diverse waterbronnen, innovatie en waterbesparing om te kunnen blijven voldoen aan de drinkwatervraag;
  5. Niet afwentelen en inzetten op continuïteit van beleid.

Voor de verschillende gebiedsdelen binnen de Heuvelrug, Gooi en Vechtstreek zijn op basis hiervan perspectieven geschetst voor de lange termijn.

Lonkende perspectieven voor de deelgebieden in de Heuvelrug, Gooi en Vechtstreek.

Het uiteindelijke Handelingsperspectief bestaat uit een schema waarin per deelgebied de concrete bouwstenen die bijdragen aan een toekomstbestendig landschap, voor de korte, middellange en lange termijn inzichtelijk zijn gemaakt. Het schema geeft een indicatie van de effectiviteit van maatregelen. Ook wordt onderscheid gemaakt in het type maatregel: technische optimalisatie, meebewegen met natuurlijke omstandigheden en ingrijpende transities met complexe gebiedsprocessen. De meest effectieve bouwstenen hebben een dik kader, vallen meestal onder ingrijpende transities en zijn geplaatst binnen het tijdvak van de lange termijn.

Handelingsperspectief met bouwstenen per deelgebied voor de korte, middellange en lange termijn en inzicht in de effectiviteit.

Aanpak

In een itererend proces van ruimtelijk ontwerp en hydrologisch onderzoek zijn de systeemwerking en opgaven onderzocht en zijn mogelijke oplossingen verkend. Er is daarbij dankbaar gebruik gemaakt van bestaande informatie. In nauwe samenwerking met specialisten van Waternet heeft aanvullend hydrologisch onderzoek plaatsgevonden. Ook zijn interviews afgenomen met experts. In vier multidisciplinaire werksessies is een brede groep specialisten, stakeholders en beleidsmedewerkers betrokken, met als thema:

  1. Reflectie op de systeemwerking en de opgaven, inventarisatie van mogelijke oplossingen;
  2. Het vanuit verschillende denkrichtingen formuleren van toekomstbeelden 2100;
  3. Beoordeling van de toekomstbeelden op hun effectiviteit en impact;
  4. Opstellen van handelingsperspectieven voor de korte, middellange en lange termijn.

Door het denken vanuit uitersten richting het jaar 2100 is een breed palet aan mogelijke oplossingen verkend. De denkrichtingen zijn opgesteld aan de hand van een assenkruis met het ‘water- en bodemsysteem’ en ‘landgebruik’ beschouwd voor de extremen ‘behoud’ en ‘ontwikkeling’. Vervolgens zijn passende bouwstenen toebedeeld. Met behulp van ‘Kritische Systeem Indicatoren’ zijn de effectiviteit en impact van de toekomstbeelden intersubjectief beoordeeld.

  1. Referentiesituatie: wat gebeurt er als we niets doen;
  2. Technische Fijnregulering: faciliteren van de huidige functies door het blijven doorvoeren van maatwerk en technische oplossingen;
  3. Natuurlijke Variatie: toewerken naar een meer zelfvoorzienend systeem door een natuurlijk waterbeheer en het doorvoeren van noodzakelijke functieverandering en -adaptatie;
  4. Integrale Herinrichting: inzet van grote technische ingrepen in combinatie met versterking van het natuurlijke systeem.

Vervolg

Het onderzoek is een eerste stap richting een toekomstbestendig, adaptief landschap. De gezamenlijke, integrale aanpak zal vanaf hier moeten worden voortgezet om volgende stappen te kunnen zetten. Daarbij is de betrokkenheid van overheden, drinkwaterbedrijven, LTO, TBO’s en bewoners van belang. Alle partijen samen moeten komen tot een gezamenlijke probleemperceptie én een gedeelde oplossingsrichting. Dit document biedt daar handvatten voor. Het gebiedsproces vanuit het PPLG is een belangrijk instrument om de verschillende maatschappelijke belangen te betrekken en tot uitwerkingen te komen. Vanuit het project komt een aantal noodzakelijke vervolgonderzoeken naar voren waar de komende tijd aan gewerkt kan worden.