Energie + water

Toekomstverkenning van de Noordzee

De ruimteclaims op de Noordzee, met name die voor windenergie, worden sterker. Overheden en marktpartijen maken zich op voor een schaalsprong in de toepassing van offshore windenergie. De huidige gereserveerde ruimte hiervoor kan deze ontwikkeling op de langere termijn niet meer accommoderen. H+N+S heeft i.s.m. het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de mogelijkheden verkend om deze reserveringsruimte uit te breiden in een viertal integrale scenario's.

Aanleiding

Dat is geen eenvoudige opgave, het is namelijk druk op de Noordzee. Ook andere functies zoals gas-, olie- en zandwinning, visserij, natuur en defensie claimen hun ruimte. Om meer grip te krijgen op de ontwikkeling van de ruimtevraag van deze functies en de wijze waarop meer ruimte voor de functie energie gecreëerd kan worden, heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan het PBL gevraagd om voor de Noordzee een ruimtelijke scenariostudie uit te voeren. Mede vanwege onze ervaring uit onze studie 2050 – An Energetic Odyssey , heeft het PBL aan H+N+S gevraagd om een inhoudelijke bijdrage aan deze scenariostudie te leveren.

Energie, voedsel en natuur

In deze scenariostudie schetsen we met vier integrale scenario’s de ontwikkelingen op het Nederlands Continentaal Plat (NCP) in de context van de ontwikkelingen op de rest van de Noordzee. De focus ligt bij de drie thema’s uit de Noordzeestrategie 2030 : naar een energietransitie, naar een robuuste natuur en naar een toekomstbestendige voedselvoorziening.

Kaartenserie van het huidige gebruik, op schaal van het Nederlands Continentaal Plat (NCP) en de gehele Noordzee
Het is noodzakelijk om van strikte functiescheiding over te gaan naar zinvolle combinaties van functies

Met name mogelijke functiecombinaties tussen windenergie en natuurontwikkeling leveren een aantal wenkende perspectieven op. In een reeks workshops zijn stakeholders uitgenodigd om hun eigen sectorale transitiepaden te laten ontwikkelen, en vervolgens is gekeken waar mogelijk synergie tussen deze sectorale paden bestaat en op welke punten de ontwikkelingen elkaar juist in de weg kunnen zitten. Dit is in een viertal scenario's voor het jaar 2050 uitgewerkt.

Aanpak

De vier scenario's zijn gebasseerd op de hoeken van een assenkruis met economische groei en duurzaamheids-ambities als variabelen. De nadere invulling en afstemming van de scenario's is gedaan tijdens drie workshops, waarbij vanuit alle relevante sectoren stakeholders aanwezig waren. In deze Toekomstverkenning van de Noordzee, zijn de verhaallijnen van de scenario's in samenwerking met het PBL uitgewerkt in woord en beeld.

Resultaat

Scenario I: Langzaam verder

Door toenemende internationale conflicten en de groeiende aandacht voor het eigen belang van landen stagneert de mondialisering. Omdat gevestigde belangen steeds meer geïnstitutionaliseerd raken krijgen innovaties minder kans en verloopt de technologische ontwikkeling traag. De mondiale klimaatafspraken van Parijs krijgen geen vervolg, wat er toe bijdraagt dat de mondiale temperatuur tot 2050 stijgt met circa 2°C en met 3,5 tot 4°C in 2100. Het beleid van de EU en Nederland is vooral gericht op het herstel van de economische groei en op het creëren van banen. De sectoren die op de Noordzee actief zijn worden niet veel duurzamer en de groei van wind op zee vindt vooral plaats tot 2030.

Scenario II: Pragmatisch duurzaam

Wereldwijd wordt de economische groei geremd door een haperende mondialisering en een trage technologische vooruitgang. De beperkte concurrentie brengt op zijn beurt met zich mee dat er weinig technologische innovaties plaatsvinden. Door de klimaatafspraken gaat het wel vooral om groene innovaties. Mede hierdoor blijft de mondiale temperatuurstijging beperkt tot ongeveer 1°C in 2050 en ongeveer 2°C in 2100. Het beleid van de EU en Nederland is weliswaar gericht op het herstel van de economie, maar niet per sé op het bereiken van een hogere groei. Deze ambities dragen bij aan een verduurzaming van de sectoren die op de Noordzee actief zijn en tot de realisering van veel windenergie op zee en ook tot de opslag van CO2 onder de Noordzee tegen 2050.

Scenario I: Langzaam verder; Scenario II: Pragmatisch duurzaam
Scenario III: Snel vooruit; Scenario IV: Samen duurzaam

Scenario III: Snel vooruit

Een verdergaande mondialisering en een snelle technologische ontwikkeling stimuleren de economische groei. De mondiale klimaatafspraken van Parijs worden aanvankelijk voortvarend opgepakt, maar later blijkt de uitvoering onvoldoende om de klimaatdoelen te bereiken. Mede hierdoor stijgt de mondiale temperatuur tot 2050 met 2°C en tot 2100 met 2,5 tot 3°C. Het beleid van de EU en Nederland blijft gericht op duurzaamheid, maar materiële welvaart krijgt een groter accent. De verschillende sectoren die actief zijn op de Noordzee worden niet veel duurzamer. Tussen 2020 en 2030 wordt wind op zee winstgevend waardoor de windambities toenemen. Na 2030 wordt er op de Doggersbank een eiland aangelegd dat als energie-hub dient.

Scenario IV: Samen duurzaam

De economische groei wordt bevorderd door een verdergaande mondialisering en een snelle technologische ontwikkeling. Door het consequent nakomen van de klimaatafspraken komt er een hoge CO2-opslag op de fossiele brandstofprijzen. Dit draagt er toe bij dat de mondiale temperatuurstijging beperkt blijft tot 1°C in 2050 en ongeveer 2°C in 2100. Het beleid van de EU en Nederland is gericht op het realiseren van een transitie naar een circulaire economie. Mede hierdoor worden de sectoren die actief zijn op de Noordzee veel duurzamer en worden er veel nieuwe windparken gebouwd in combinatie met andere vormen van duurzame energie. Rond 2030 wordt er een eiland aangelegd dat als energie-hub dient; daarna volgen er meer.

Scenario I: Langzaam verder; Scenario II: Pragmatisch duurzaam
Scenario III: Snel vooruit; Scenario IV: Samen duurzaam

INHOUDELIJKE BIJDRAGE

Voormalig medewerkers Joppe Veul en Jasper Hugtenburg