Resultaat
Scenario I: Langzaam verder
Door toenemende internationale conflicten en de groeiende aandacht voor het eigen belang van landen stagneert de mondialisering. Omdat gevestigde belangen steeds meer geïnstitutionaliseerd raken krijgen innovaties minder kans en verloopt de technologische ontwikkeling traag. De mondiale klimaatafspraken van Parijs krijgen geen vervolg, wat er toe bijdraagt dat de mondiale temperatuur tot 2050 stijgt met circa 2°C en met 3,5 tot 4°C in 2100. Het beleid van de EU en Nederland is vooral gericht op het herstel van de economische groei en op het creëren van banen. De sectoren die op de Noordzee actief zijn worden niet veel duurzamer en de groei van wind op zee vindt vooral plaats tot 2030.
Scenario II: Pragmatisch duurzaam
Wereldwijd wordt de economische groei geremd door een haperende mondialisering en een trage technologische vooruitgang. De beperkte concurrentie brengt op zijn beurt met zich mee dat er weinig technologische innovaties plaatsvinden. Door de klimaatafspraken gaat het wel vooral om groene innovaties. Mede hierdoor blijft de mondiale temperatuurstijging beperkt tot ongeveer 1°C in 2050 en ongeveer 2°C in 2100. Het beleid van de EU en Nederland is weliswaar gericht op het herstel van de economie, maar niet per sé op het bereiken van een hogere groei. Deze ambities dragen bij aan een verduurzaming van de sectoren die op de Noordzee actief zijn en tot de realisering van veel windenergie op zee en ook tot de opslag van CO2 onder de Noordzee tegen 2050.