Dijkenbouw
Voor het project Ruimte voor de Rivier was er ook al brede aandacht voor de aanpak van de dijkversterking. Het begint allemaal na de hoogwaters van 1993 en 1995. Het hoogwater van toen heeft ons wakker geschud. We moeten blijven werken om het water onder controle te houden. In 1995 startte het Deltaplan Grote Rivieren waarin dijken in het rivierengebied versneld werden versterkt.
Positie landschapsarchitect
Dijkenbouw werd voor die tijd gedomineerd door een technische aanpak, de rol van de landschapsarchitect was heel klein. Midden jaren ’80 veranderde dit. Er kwam een MER-plicht voor alle dijkprojecten en de rol van de landschapsarchitect veranderde van stylist van het landschap naar ontwerper van het tracé. De Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen stelde een ‘Handreiking ruimtelijk ontwerpen – dijkversterking als ontwerpopgave’ op waar ook Lodewijk van Nieuwenhuijze vanuit H+N+S aan heeft bijgedragen.
H+N+S was vanaf het begin betrokken bij verschillende dijkversterkingsprojecten. Het eerste project is Afferden-Dreumel . Het plan voor de 20 km lange dijk langs de Waal is ontstaan vanuit de gedachte dat landschappelijke vormgeving van dijken een integrale ontwerpopgave is op de grens van civiele techniek en landschapsarchitectuur. Het nieuwe ‘getailleerde’ dijkprofiel, waarin veiligheid en een stoere verschijningsvorm samenkomen, wordt overgenomen als standaardprofiel voor veel volgende projecten.