De provincie zou verder het voortouw kunnen nemen om de beken op te waarderen tot interessante, ’meerlagige’ landschappelijke dragers, met betekenis/waarde voor een breed palet van klimaat (o.a. CO2-opslag), waterberging, natuur, recreatie (toegankelijkheid), cultuurhistorie en bijzondere vormen van landbouw. We bepleitten vanuit de ontwerpende benadering een brede aanpak die verschuift van sec de beek > beekdal > naar het beekdallandschap (als een samenhangend systeem).
En in het verlengde van de bekende Watertoets is bepleit dit instrument te verruimen/verbreden tot een integrale ‘klimaattoets’, of beter nog een brede ‘omgevingstoets’, als aanjager voor het klimaatbestendig krijgen van Brabant, voor elke ontwikkeling, klein tot majeur.
Normvrij?
Niet alles heeft het gered in de eindversie, zoals het pleidooi voor het (tijdelijk) normvrij verklaren van de beekdalen of de brede klimaattoets. Maar, het concept van de Klimaatbestendige beeklandschappen staat wèl heel prominent opgenomen in het Omgevingsvisie, zoals die uiteindelijk eind 2018 is vastgesteld.
In de Omgevingsvisie wordt een toekomstbeeld voorgeschoteld van beekdalen met traag stromende, slingerende, ondiepe beken, zodat ze zomers niet diep ontwateren en geen droogteschade voor landbouw en natuur veroorzaken. Dit maakt de kans op overlast rondom de beken wel groter. Daarom is het de uitdaging om zoveel mogelijk water vast te houden en te bergen in de bodem op de hoge zandgronden om piekbuien op te vangen en daarmee de beken en bebouwd gebied te ontlasten, maar ook om bij tijden van droogte juist voldoende water te 'reserveren' voor landbouw, natuur en stedelijk groen. Een goed bodembeheer met een bodem die meer water kan vasthouden en naleveren is daarmee een belangrijke sleutel in een klimaatbestendig beeklandschap.