Mobiliteit + Stad

IABR 2024: A16 Rotterdam

Atelier A16 Rotterdam: ‘Mobiliteit als Vliegwiel voor Verandering’ werd in opdracht van de Gemeente Rotterdam uitgevoerd en was een samenwerking tussen de TU Delft, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, en de Vereniging Deltametropool voor de IABR expositie 2024, getiteld ‘Nature of Hope’. Het doel van de studio was om door middel van ontwerpend onderzoek de toekomst van de A16 in Rotterdam en de omliggende omgeving te visualiseren. We verkenden de relatie tussen het verkeerssysteem van de Ruit Rotterdam en de A16 in samenhang met de stedelijke ontwikkelingen aan de Oostflank, om te ontdekken hoe deze ontwikkelingen kunnen bijdragen aan brede welvaart in de Oostflank. Het atelier bestond uit een reeks interdisciplinaire workshops met belanghebbende partijen om de uitdagingen en kansen van de A16 van de toekomst te scherp te krijgen.

Concept van de A16 als een flexibele, stromende ruimte

Casus

De "Verkeersmachine"

De infrastructuur van stadssnelweg A16 belichaamt het modernistische ideaal van een verkeersmachine met een duidelijk verdeling van functies: monofunctioneel met prioriteit aan de auto. De infrastructuur laat een erfenis achter van fragmentatie in stedelijke en natuurlijke landschappen, waardoor er geïsoleerde 'eilanden' zijn ontstaan. Het vele autoverkeer dat zich met grote snelheid over de A16 verplaatst belast de Oostflank en het Kralingse Park door luchtvervuiling en geluidsoverlast. Ook neemt de weg enorm veel ruimte in beslag, het profiel is zo'n 100 meter breed en de kruispunten nog veel breder. De uitgestrekte gebieden die door de infrastructuur worden ingenomen, vormen een soort 'ruimtereservoir' dat zich uitstrekt tot buiten de infrastructuur zelf en de stad en landschappen eromheen doorkruist. Dit ruimtereservoir kan efficiënter worden ingericht zodat er ruimte ontstaat voor andere functies die ten dienste staan van de duurzame stad en omgeving. De plannen van de gemeente voor de ontwikkeling van de Oostflank, welke doorsneden wordt door de A16, roept de vraag op of we in de 21e eeuw niet anders naar stedelijke ringwegen moeten kijken. Zal de A16 in de toekomst de stad blijven scheiden als ware het een asfaltkanaal, of kan het een multifunctionele levenslijn worden, waarlangs meerdere stromen (zowel verkeers- als biotische stromen) zich bewegen door het gehele landschap?

Concept van de ruit van Rotterdam als bovenregionale groenstructuur

Een nieuwe visie voor de A16

In de studio onderzochten we hoe een mobiliteitstransitie ruimte zou kunnen creëren om de kwaliteit van leven te verbeteren voor huidige en toekomstige inwoners van de Oostflank en van de stad Rotterdam. Door wonen, werken, recreatie en natuur te integreren, meer onafhankelijk verkeer in de stad te stimuleren, slimmer te schakelen tussen modaliteit, en auto's te delen, kan de stedelijke ruimte die nodig is voor autoverkeer drastisch afnemen voor de volgende generatie. Door daarnaast de snelheid te verlagen van 80km/u naar 50km/u wordt de doorstroming van het verkeer geoptimaliseerd, en hebben de wegen minder ruimte nodig. Deze vrijgekomen ruimte kan worden gebruikt voor lokale wegen (met 50 km/u), fietspaden, recreatieve fiets- en wandelroutes en verschillende ecologische verbindingen.

De A16-zone zou dan kunnen veranderen in een levendige corridor die de Maas en de Rotte verbindt: een groen, vloeiend landschap met hoogwaardige stedelijke ontwikkelingen langs de oevers. Dit gebied zou woonruimtes, commerciële en recreatieve ruimtes kunnen combineren, met voorzieningen direct voor de deur en natuurlijke stromen die nieuw leven worden ingeblazen. De kwaliteiten van het Kralingse Bos zouden zich kunnen uitstrekken tot in de Alexanderpolder, terwijl de Kralingse Zoom zou evolueren tot een levendige, verstedelijkte kade die de entree van de stad markeert. Langs de Maasoever, ontworpen als stedelijk getijdenpark, zou Rotterdam haar identiteit als echte deltastad weer kunnen omarmen.

Conceptkaart van de A16 in de Oostflank

Mobiliteitsmanifest

Stedelijke ringwegen anders ontwerpen

Gedurende het proces van de interdisciplinaire ateliers van de studio, en door onderzoek en schetsen vormden we een visie voor de A16 bestaande uit drie ontwerpprincipes, die de A16 transformeert van een vastgelopen technische megastructuur in een multimodale, geïntegreerde en flexibele verbindingsweg, geschikt voor de toekomst. De drie principes zijn van toepassing op alle stedelijke ringwegen in Nederland die met vergelijkbare problemen kampen:

  1. Multifunctioneel
    In de toekomst zouden snelwegen niet monofunctioneel, maar multifunctioneel moeten zijn. De opdracht om mobiliteitsinfrastructuur te ontwerpen zal veel breder worden en verder gaan dan alleen ontwerpen voor de auto. Er moeten veel meer verschillende 'stromen' met elkaar verweven worden: de auto, maar ook de elektrische fiets, voetganger, tramlijn, ecologische stromen, klimatologische omstandigheden en meer. Bij het benaderen van infrastructurele mobiliteitsprojecten van deze aard moet worden overwogen wie de snelweg gebruikt en welke omstandigheden er op inwerken - maak een inventarisatie. Hoe kunnen de verschillende gebruikers en omstandigheden op nieuwe manieren worden gecombineerd?

  2. Geïntegreerd
    Het onderliggende landschap en de omliggende mobiliteitsinfrastructuur doorkruisen cultureel belangrijke, groene en stedelijke landschappen. Ze hebben dus de potentie om deze landschappen fysiek te verbinden en ze ervaarbaar te maken voor gebruikers. In de toekomst zullen we snelwegen niet langer zien als een asfaltkanaal dat boven het stedelijke landschap uitsteekt, maar als landend in en reagerend op het onderliggende landschap. Groene netwerken op kleine, middelgrote en bovenregionale schaal kunnen worden uitgebreid en met elkaar verbonden door het ‘ruimtereservoir’ van de snelweg te benutten, en het ontwerp moet de nadruk leggen op het maken van verbindingen tussen deze landschappen. Mobiliteitsinfrastructuur moet bijdragen aan het stedelijke programma van nieuwe buurten door rekening te houden met hun interactie en hun verbinding met het weefsel van de stad. Dit verbreedt het eigenaarschap van de innovatietaak van stedelijke snelwegen naar gebiedsontwikkeling in het algemeen. Een vraag bij het ontwerpen van moderne snelwegen is: hoe kan het bestaande landschap rondom de snelweg zich verhouden tot de infrastructuur en deze sterker, meer verbonden en ervaarbaar maken?

  3. Flexibel
    In de wetenschap dat de behoeften van mobiliteit vaak zullen veranderen en voortdurend in beweging en onzeker zijn, hebben we een infrastructuur nodig die flexibel is. Hier breekt een nieuwe typologie van wegen aan, een typologie die dynamisch is met een hoge capaciteit. De beschikbaarheid van bijvoorbeeld mobiliteitsknooppunten, de veranderende rol van auto's en hun gebruik in steden, zullen een grote impact hebben op hoe infrastructuur moet worden ontworpen. Wetende dat mobiliteit in beweging is, moet de infrastructuur aanpasbaar worden - verken daartoe wat de eerste stappen zijn om over te gaan op deze flexibele toekomst en om haar te realiseren.

IABR

Expositie IABR 2024: Nature of Hope

Ons voorstel werd gepresenteerd aan de deelnemende partijen van de studio, gedeeld met het grote publiek tijdens een openbare presentatie met keynote spreker Prof. Ir. Matthijs van Dijk, en tentoongesteld als onderdeel van de IABR-tentoonstelling ""Nature of Hope"" in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Heb je de tentoonstelling gemist? Bekijk hier deze interview video en het sketchbook.

Film door Roel van Tour
Foto: Sabine van der Vooren. Presentatie en discussie van de eindresultaten in Het Nieuwe Instituut, Rotterdam.