Casus
De "Verkeersmachine"
De infrastructuur van stadssnelweg A16 belichaamt het modernistische ideaal van een verkeersmachine met een duidelijk verdeling van functies: monofunctioneel met prioriteit aan de auto. De infrastructuur laat een erfenis achter van fragmentatie in stedelijke en natuurlijke landschappen, waardoor er geïsoleerde 'eilanden' zijn ontstaan. Het vele autoverkeer dat zich met grote snelheid over de A16 verplaatst belast de Oostflank en het Kralingse Park door luchtvervuiling en geluidsoverlast. Ook neemt de weg enorm veel ruimte in beslag, het profiel is zo'n 100 meter breed en de kruispunten nog veel breder. De uitgestrekte gebieden die door de infrastructuur worden ingenomen, vormen een soort 'ruimtereservoir' dat zich uitstrekt tot buiten de infrastructuur zelf en de stad en landschappen eromheen doorkruist. Dit ruimtereservoir kan efficiënter worden ingericht zodat er ruimte ontstaat voor andere functies die ten dienste staan van de duurzame stad en omgeving. De plannen van de gemeente voor de ontwikkeling van de Oostflank, welke doorsneden wordt door de A16, roept de vraag op of we in de 21e eeuw niet anders naar stedelijke ringwegen moeten kijken. Zal de A16 in de toekomst de stad blijven scheiden als ware het een asfaltkanaal, of kan het een multifunctionele levenslijn worden, waarlangs meerdere stromen (zowel verkeers- als biotische stromen) zich bewegen door het gehele landschap?