Techniek + Vormgeving

Dijkversterking Afferden-Dreumel

De versterking van dijken is decennia lang beschouwd als een strikt civieltechnische opgave. Het plan voor de 20 km lange dijk langs de Waal tussen Afferden en Dreumel is ontstaan vanuit de gedachte dat landschappelijke vormgeving van dijken een integrale ontwerpopgave is op de grens van civiele techniek en landschapsarchitectuur.

© Mugmedia

Deze filosofie heeft allereerst geleid tot het opstellen van een visie voor het gehele traject. De visie verschafte een kader voor de situering van het tracé en maakte het mogelijk keuzes te maken ten aanzien van waardevolle elementen. Vervolgens is een principe-profiel voor de dijk ontwikkeld, gecombineerd met spelregels voor de wijze waarop het profiel aansluit op de omgeving.

In ‘dijkenland’ was sprake van een patstelling tussen ‘steile’ dijken en ‘flauwe’ dijken. Met het principe-profiel is een doorbraak bereikt door het effectief combineren van steile en flauwe taluddelen. De dijk heeft een concave opbouw: aan de bovenkant is hij smal en steil, aan de onderkant breed aflopend. Hierdoor wordt aan de technische eisen tegemoetgekomen en krijgt het profiel tegelijkertijd een zekere spanning. Er is verschil gemaakt tussen de binnendijkse en de buitendijkse zijde van de dijk: aan de binnendijkse zijde wordt met een ‘voetje’ een markant onderscheid gemaakt tussen de dijk en het aangrenzende land. Aan de buitendijkse zijde gaat de dijk ‘geruisloos’ over in de bestaande of voor dit project aangelegde natte natuurgebieden.

Inhoudelijke bijdrage

Voormalig medewerkers Noel van Dooren en Harma Horlings